De Quechua is een inheemse gemeenschap van Zuid-Amerika. De traditie van het weven zit er in het bloed en is van generatie op generatie overgebracht. Tijdens ons verblijf konden we de productieomstandigheden aan den lijve ondervinden, we sliepen er twee weken boven de weverij. De productie wordt zeer sterk binnen de gemeenschap gehouden. De inwoners van het dorp werken in grote getale mee aan de productie en verdienen hier een eerlijk loon voor. Dagelijks, om klokslag 12u, wordt de werkdag even stil gelegd om samen te koken en te eten.
De sjaals worden voornamelijk geweven uit Alpaca-wol. Om de duurzaamheid te vergroten wordt er ook acryl toegevoegd, dit is een stof die gekenmerkt wordt door zijn sterke garen. Op zich is acryl ‘synthetisch’ en dus een pak minder duurzaam dan Alpaca-wol, anderzijds zorgt de combinatie met Alpaca-wol ervoor dat de gemiddelde levensduur van het product sterk verhoogd. Dit komt de duurzaamheid ten goede.